Column – Luister eens, Kees!

Luister eens, Kees van der Staaij! Of mag ik je Kees noemen? Ja, ik vind van wel. Toevallig weet ik namelijk dat jij het ook geen enkel probleem vindt om voor anderen te beslissen. Afijn, ik wil dat je je iets voorstelt. Het is heel eenvoudig. Noem het zelfs maar alledaags. Luister je? Goed, stel je maar voor dat je ’s avonds vanuit de stad naar huis fietst. Misschien ben je uit eten geweest met een aantal partijgenoten. Of misschien heb je een theatervoorstelling bezocht. Het doet er eigenlijk niet zoveel toe wat je in de stad deed. Je had immers alle recht om daar te zijn, nietwaar? Je bent dus onderweg naar huis. Het stadse landschap glijdt aan je voorbij terwijl je stevig doortrapt. Je kent de weg. Je hebt hier al zo vaak gefietst. Toch duurt het even voordat het tot je doordringt dat er vanavond iets anders is dan anders. Je kijkt nogmaals om je heen. En dan zie je het. Je weet niet wanneer het is gebeurd, maar plots zijn alle vrouwen die je over straat ziet lopen een kop groter dan jij. Om het nog erger te maken, beginnen ze naar je te sissen en je beledigingen naar het hoofd te slingeren. Stiekem word je er een beetje bang van.

Luister je nog, Kees? Ja? Goed, stel je dan maar voor hoe opgelucht je bent als je het einde van de bebouwde kom nadert. De stemmen verstommen. Godzijdank! Je hoeft alleen nog langs het open veld te fietsen en dan ben je thuis. Nu pas zie je hoe donker het al is. En dan ineens, je hebt geen idee waar ze vandaan komt, duikt er zo’n reusachtige vrouw voor je op. Ze oogt nog sterker, bozer en gemener dan alle andere vrouwen die je zojuist in de stad hebt gezien.

‘Ga aan de kant!’ roep je.

De vrouw luistert niet. In plaats daarvan haalt ze naar je uit wanneer je haar probeert te passeren. Zomaar. Zonder aanleiding. Met een klap val je op het asfalt. De grond blijkt nog harder, kouder en vochtiger dan je dacht. In plaats van je overeind te helpen, pakt de vrouw je hardhandig vast en sleurt je de berm in. Je schreeuwt, je trapt, je bijt maar de vrouw is simpelweg sterker dan jij. Je voorvoelt dat er iets vreselijks staat te gebeuren wanneer de vrouw bovenop je komt zit zitten en zich voorover buigt.

‘Bek houden, of ik maak je af,’ fluistert ze in je oor.

Je huivert en durft niets meer te doen. Je durft niet eens te huilen als ze de nieuwe kleren, waar je je eerder vanavond zo goed in voelde, van je lichaam scheurt. Voor een paar momenten denk je dat het niet erger kan worden tot ze ergens een futuristisch uitziende koker vandaan haalt. (I know, dit is een zwak punt in dit verhaal maar als vrouw kun je nu eenmaal niet je piemel tevoorschijn halen…) Goed, direct besef je wat ze daarmee van plan is. Je sluit je ogen als ze de koker bij je, visualiseer zelf maar in welke lichaamsholte, inbrengt. Het voelt te groot. Het past niet. En je hebt pijn, en je bloedt maar bovenal ben je zo verschrikkelijk bang. Wanneer ze eindelijk klaar is met je, geeft ze je nog een trap na en laat je vervolgens voor dood achter in de berm. Pas uren later, als je zeker weet dat ze echt weg is, vlucht je terwijl je met de resterende repen stof je naakte, pijnlijke lichaam probeert te bedekken.

Luister je nog, Kees? Ik ben nog niet klaar. Stel je alsjeblieft het volgende voor: een paar weken lang probeer je te vergeten wat er is gebeurd, ook al bezoekt de reusachtige vrouw die je dit heeft aangedaan je elke nacht in je dromen. En dan doe je op een ochtend een vreselijke ontdekking. Er groeit een miniatuurversie van de vrouw, een wezen dat zich voedt met alles wat jij tot je neemt, in je buik. Ze heeft het in je geplant ook al wilde je dat niet. Je bent echter een sterke man. Toch, Kees? Je bent sterk, nietwaar? Dus doe je wat je te doen staat in een dergelijk geval. Je gaat naar het ziekenhuis want je wilt dat het wezen liever vandaag nog dan morgen uit je buik verdwijnt. Het hoort daar namelijk niet. Jouw lichaam is tenslotte van jou. Tot je verbazing vertelt een vrouwelijk arts je aldaar dat het technisch wel mogelijk is om het wezen te verwijderen maar dat ze dat deze medische handeling niet meer mag uitvoeren. De regering heeft dat onlangs verboden. Kortom, er zit niets anders op dan het wezen met je mee te dragen tot het groot genoeg is om buiten je buik te overleven.

Luister je nog, Kees? Hoor je hoe belachelijk dit allemaal klinkt? Ik hoop van wel. Het enige wat je nu nog hoeft te doen, is de mannen in dit verhaal te veranderen in vrouwen en andersom. Ja? Zie je het voor je? Zie je nu ook in dat vrouwen dan weliswaar in het bezit zijn van een baarmoeder maar dat ze daar dus niet eigenhandig een baby in stoppen? En dat is dus precies waarom het abortusrecht bestaat. Amen!

Delen:

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.